De tweede brief aan Timotëus, de brief a

Paulus zit oud en eenzaam gevangen in een akelige ondergrondse kerker in Rome. Hier schrijft hij zijn tweede brief aan Timoteüs, zijn geestelijke zoon.

Een wat schuchtere Joodse jongeman, afkomstig uit Lystra in Klein-Azië. Paulus bemoedigt Timoteüs nu hij alleen zijn werk moet doen. Hij waarschuwt hem voor een heilloze woordenstrijd en het lege geredeneer van de gnostieken en geeft hem aanwijzingen over hoe om te gaan met tegenstanders van het evangelie.

De brief van Paulus aan Titus zouden we wel kunnen lezen als een korte brief vol prakti-sche richtlijnen voor het gedrag van ambtsdragers. Nadruk ligt vooral op het volharden in de traditionele leer en het vermijden van nutteloze twistvragen.
De korte brief aan Filemon gaat over de weggelopen slaaf Onesimus. Paulus vraagt of
Filemon zijn slaaf weer terug wil nemen. Het is geen fel protest tegen de slavernij, maar
een pleidooi voor liefdebetoon, waarin Paulus een beroep doet op Filemons liefde en
trouw in het geloof.

F. van Deursen is emeritus-predikant van de Nederlands Gereformeerde Kerken en au-teur van veel commentaren op bijbelboeken.